Een vroeg begin
Masutatsu (Mas) Oyama werd geboren als Yong I-Choi in een dorp niet ver van Gunsan in Zuid-Korea. Op vrij jonge leeftijd werd hij naar Mantsjoerije gestuurd om daar op de boerderij van zijn zus te wonen. Op negenjarige leeftijd startte hij met trainen in de Zuid-Chinese 'Achttien handen' stijl, een vorm van kempo. Hij werd onderwezen door een zekere Mr. Yi, die op de boerderij van zijn zuster werkte. Toen Oyama terugkeerde naar Korea op twaalfjarige leeftijd, vervolgde hij zijn training in Koreaans Kempo.
In 1938, op vijftienjarige leeftijd, trok hij naar Japan om zijn droom waar te maken en Korea's eerste gevechtspiloot te worden. Voor zichzelf zorgen in de voor hem vreemde Japanse samenleving bleek echter moeilijker dan gedacht en door zijn strijd om te overleven verloor hij zijn interesse in zijn grote droom.
Gichin Funakoshi
In Japan vervolgde hij zijn training in vechtkunst, door deel te nemen aan judo en boksen. Op een dag zag hij echter een groep studenten die bezig waren met het beoefenen van Shotokan karate. Hij was hier zozeer van onder de indruk dat hij zich aansloot bij de dojo van Gichin Funakoshi in de Takoshoku Universiteit.Oyama trainde enthousiast en gevolg hiervan was dat hij op zeventienjarige leeftijd de tweede dan behaalde. Op twintigjarige leeftijd trad hij in het Japanse Keizerlijke Leger, waar hij werd ondergebracht bij een eenheid gespecialiseerd in het ongewapend vechten. Op dit ogenblik had Oyama reeds een vierde dan. Op dit punt kreeg hij ook serieuze interesse in judo, en zijn vooruitgang was net zo excellent.
De bergtraining
Toen Mas Oyama 23 jaar oud was ontmoette hij Eiji Yoshikawa, de auteur van het boek 'Musashi', dat gebaseerd is op het leven van samoerai Miyamoto Musashi. Zowel het boek als de auteur hielp Oyama bij het leren van de Bushido-code en wat die eigenlijk inhield. In datzelfde jaar, ging Oyama naar de berg Minobu gelegen in de prefectuur Chiba. Dit was dezelfde plaats waar Musashi zijn Nito-Ryu stijl van zwaardvechten heeft ontwikkeld. Oyama dacht dat dit de geschikte plaats was om de training te volgen die hij voor zichzelf had gepland. Onder de dingen die hij meenam, was er een exemplaar van Yoshikawa's boek. Een student genaamd Yashiro ging ook met Oyama mee. Een vriend en financier genaamd Kayama voorzag hen elke maand van levensmiddelen.
De eenzaamheid bij de bergtraining speelde een grote rol en na 6 maanden vluchtte Yashiro 's nachts stiekem weg. Nu werd de afzondering nog moeilijker voor Oyama, die meer dan ooit tevoren naar de beschaving terug wilde keren. So Nei Chu schreef hem een brief waarin hij Oyama aanraadde een wenkbrauw af te scheren om van de drang af te komen. Oyama wist zeker dat hij niet wilde dat iemand hem op die manier zag en volgde de raad van zijn vriend en leraar dan ook op. Dit haalde Oyama over om de bergtraining voort te zetten, om zo de sterkste karateka van Japan te worden. Geruime tijd leefde en trainde Oyama afgezonderd in de bergen, totdat Kayama hem liet weten, dat hij niet meer in staat was om Oyama van levensmiddelen te voorzien. En zo, na veertien maanden, moest hij zijn eenzaamheid in de bergen beëindigen.
Een paar maanden later in 1947 won Mas Oyama de karate wedstrijden van het eerste Japanse nationale vechtkunstkampioenschap na de Tweede Wereldoorlog. Nog steeds voelde hij de drang om zijn bergtraining van 3 jaar te vervolgen. Toen besloot hij zijn leven compleet te wijden aan karate-do. Oyama begon zijn training opnieuw, deze keer op de berg Kiyozumi, die ook gelegen is in de prefectuur Chiba. Deze plek koos hij voor de spirituele omgeving. Deze keer was zijn training fanatiek. De training duurde 12 uur per dag zonder rustdagen, waarin hij onder koude watervallen stond, rivierstenen met zijn blote handen brak, bomen gebruikte als makiwara en over snelgroeiende vlasplanten sprong honderden keren per dag. Ook besteedde hij elke dag een tijd aan de studie van oude klassieke vechtkunsten, zen en filosofie.
Na achttien maanden kwam hij volledig zelfverzekerd uit de bergen en was hij in staat zijn leven volledig zelf in handen te nemen. Nooit zou hij nog zo hevig beïnvloed raken door de maatschappij om hem heen als voor zijn afzondering. Ook werden zijn omstandigheden nooit meer zo slecht als vlak na de oorlog.
Oyama Dojo
In 1953 opende Mas Oyama zijn eerste 'Dojo', wat niet meer dan een grasveld was in Mejiro in Tokio. In 1956 werd de eerste echte dojo geopend in een voormalige balletstudio achter de Rikkyo Universiteit vijfhonderd meter verwijderd van de huidige Honbu Dojo. In 1957 waren er 700 leden, ondanks het hoge uitvalpercentage door de intensiviteit en ruwheid van de training.
Beoefenaars van andere stijlen kwamen er ook om te trainen, voornamelijk voor de 'jissen kumite' ('full contact' vechten). Een van de oorspronkelijke instructeurs genaamd 'Kenji Kato' zei dat ze ook andere stijlen observeerden en hiervan elke techniek onthielden, die nuttig is in een echt gevecht. Dit was de wijze waarop Mas Oyama's karate steeds verbeterd werd. Oyama nam technieken van andere vechtkunsten over en beperkte zich niet alleen tot het karate.
De leden van Oyama's dojo namen hun kumite training heel serieus en zagen het als een primair onderdeel van de gevechtskunst. Ze verwachtten om geraakt te worden als wel om zelf te raken. Aanvallen naar het hoofd waren vrij normaal. Dit werd meestal uitgevoerd met de handpalm of met de knokkels ingewikkeld in een handdoek. Grepen, worpen en aanvallen naar de lies waren ook heel gewoon. De ronde van een kumite duurde net zo lang tot iemand duidelijk aangaf te hebben verloren. Verwondingen en kneuzingen kwamen dagelijks voor en de uitvalgraad bedroeg negentig procent.
Bobby Lowe
In 1952 gaf Masutatsu Oyama een demonstratie in Hawaï, waar de jonge Chinese Amerikaan Bobby Lowe hem zag en overweldigd werd door Oyama's kracht. Lowe was niet onervaren in de vechtkunsten. Ondanks dat hij vrij jong was, was hij naar anciënniteit niet veel minder ervaren dan Oyama zelf. Lowe's vader was een Kung Fu instructeur. Lowe had elke gevechtskunst beoefend, die hij maar kon vinden. Op 23-jarige leeftijd was hij een 'yondan' in judo, 'nidan' in kempo, 'shodan' in aikido, en een hoog gerespecteerd weltergewicht bokser.Bobby Lowe ontmoette Oyama na zijn demonstratie, waarna Oyama hem uitnodigde om naar Japan te komen om samen te trainen. Bobby Lowe ging op de uitnodiging in en trainde gedurende anderhalf jaar bij Oyama. Op deze wijze werd Bobby Lowe de eerste "uchi-deshi" (live-in student) van Oyama. De training voor uchi-deshi duurde in totaal duizend dagen. Uchi-deshi's, die dit soort trainingen ondergingen, werden later bekend als 'wakajishi', ofwel 'jonge leeuwen' van Mas Oyama. Jaarlijks kregen slechts een paar van de honderden kandidaten het privilege om een fulltime training te volgen onder begeleiding van Oyama.In 1957 keerde Lowe terug naar Hawaii om de eerste school van Oyama buiten Japan te openen
Het begin van Kyokushinkai
Het huidige wereld hoofdkwartier werd officieel in juni 1964 geopend, met de naam 'Kyokushinkai', wat als betekenis heeft 'het uiterste, de waarheid en samenwerken'. In hetzelfde jaar werd het IKO (International Karate Organization) gevestigd. Vanaf dat moment, verspreide Kyokushinkai karate zich over meer dan honderdtwintig landen, met meer dan 10 miljoen geregistreerde leden, wat het een van de grootste gevechtskunst-organisaties ter wereld maakt. Bekende Kyokushin karateka's zijn Sean Connery (Ere-Shodan), Dolph Lundgren (Sandan, voormalig zwaargewicht kampioen in Australië), John Howard (Ere-Godan, Eerste minister van Australië).
Bron: Wikipedia
This site was created with the Nicepage